Vanaf 2026 gaan vrachtwagenbezitters betalen per gereden kilometer. In het voorgestelde wetsvoorstel staat al veel beschreven over de heffing en tarieven, maar er zijn nog wat onduidelijkheden. Bekijk aan de hand van jouw kenteken wat dit zou kunnen betekenen.
De Nederlandse vrachtwagenheffing is een geplande maatregel die vanaf 2026 wordt ingevoerd. Hiermee gaan vrachtauto’s betalen per gereden kilometer op snelwegen en bepaalde provinciale wegen. Het tarief varieert op basis van gewicht en milieuprestatie van de vrachtwagen: schonere vrachtwagens betalen minder dan vervuilende. De opbrengsten worden geïnvesteerd in verduurzaming en innovatie binnen de transportsector, zoals schonere trucks en infrastructuurverbeteringen. Dit systeem moet zowel bijdragen aan een schonere lucht en minder CO₂-uitstoot als aan een eerlijkere verdeling van de kosten, doordat buitenlandse vrachtwagens nu ook betalen voor het gebruik van de Nederlandse wegen.
De tarieven voor de vrachtwagenheffing in Nederland zijn nog niet definitief vastgesteld, maar ze zullen variëren op basis van de milieuprestatie, het gewicht en de asconfiguratie van de vrachtwagen. Schonere vrachtwagens, zoals die met een Euro 6-motor, betalen minder per kilometer dan oudere, meer vervuilende voertuigen. Voor een gemiddelde vrachtwagen wordt geschat dat de kosten tussen de €0,09 en €0,15 per kilometer zullen liggen. De exacte tarieven worden nog uitgewerkt en zullen vermoedelijk enkele maanden voor de invoering in 2026 worden aangekondigd, waarbij rekening wordt gehouden met vergelijkbare tarieven in buurlanden en de impact op de sector.
De wetswijziging voor de vrachtwagenheffing in Nederland is in een vergevorderd stadium. De Tweede Kamer heeft in december 2022 ingestemd met de wet, en de maatregel ligt nu bij de Eerste Kamer voor verdere behandeling. De verwachting is dat de wet daar goedkeuring zal krijgen, waarna de voorbereidingen verder kunnen gaan voor invoering in 2026. Deze fase omvat onder andere het opzetten van een inningssysteem en het bepalen van de definitieve tarieven. De vrachtwagenheffing maakt deel uit van een bredere verduurzamingsstrategie van de Nederlandse overheid, met als doel om de transportsector schoner en efficiënter te maken.
De registratie van de vrachtwagenheffing in Nederland zal gebeuren via een systeem dat per gereden kilometer kosten in rekening brengt. Hierbij worden voertuigen uitgerust met een onboard unit (OBU), een apparaat dat de gereden kilometers automatisch bijhoudt. De OBU communiceert via GPS en registreert de locatie, route en afstand die de vrachtwagen aflegt op de wegen waar de heffing geldt. De verzamelde gegevens worden beveiligd verzonden naar een centrale instantie die de facturering verzorgt. Dit systeem moet zowel voor Nederlandse als buitenlandse vrachtwagens functioneren, zodat iedere gebruiker van de wegen een eerlijke bijdrage levert aan de heffingskosten.
In Europa hanteren diverse landen al een vrachtwagenheffing. Duitsland heeft sinds 2005 een kilometerheffing voor vrachtwagens op snelwegen en enkele belangrijke wegen, gebaseerd op afstand, gewicht en uitstootklasse. België kent sinds 2016 een vergelijkbaar systeem voor het hele wegennet, waar vrachtwagens betalen per gereden kilometer. Oostenrijk, Zwitserland, Polen, Frankrijk en Tsjechië hebben ook vrachtwagenheffingen, die meestal variëren op basis van gewicht en milieuprestatie. Deze heffingen zijn bedoeld om infrastructuurkosten te dekken en vervuiling te verminderen. Landen zoals Zweden en het Verenigd Koninkrijk overwegen momenteel de invoering van een vrachtwagenheffing om hun infrastructuur en milieubeleid te versterken.
De vrachtwagenheffing biedt verschillende voordelen: het zorgt voor een eerlijke verdeling van infrastructuurkosten, omdat zowel Nederlandse als buitenlandse vrachtwagens bijdragen aan onderhoud en verbetering van wegen. Het stimuleert daarnaast schonere voertuigen, wat bijdraagt aan minder CO₂-uitstoot en luchtvervuiling. Een nadeel is dat de heffing kosten kan verhogen voor transportbedrijven, die mogelijk hogere prijzen doorberekenen aan klanten. Ook zijn er zorgen over de administratieve lasten en investeringen in technologie, zoals de onboard units. Kleine bedrijven kunnen hierdoor extra worden belast. Ten slotte bestaat het risico dat vrachtverkeer verplaatst naar wegen zonder heffing, wat ongewenste druk kan veroorzaken.